Sportchallenge 5/52 | Want To Ride

Ja ja, ik ben het vergeten! Afgelopen week heb ik geen sportchallenge blog geschreven. Dus met terugwerkende kracht (want, wel gesport!) hier alsnog een blog 5 en dan iets later deze week nummer 6. Excusez moi! Waar gaat het over? Recreatief, maar intensief… fietsen! Ik ben deze sportchallenge begonnen met de simpele bewegingsactiviteiten. Dit 1. om er ‘in te komen’ en 2. omdat de lessen nu pas weer beginnen… 

Wat is het?
Fietsen is… op een fiets rijden. Ja, hoe moeilijk willen we het maken mensen? Dan maar een kort verhaal over de fiets van SchoolTV: “Wist je dat er in Nederland meer fietsen zijn dan mensen? De fiets is hier echt vervoersmiddel nummer 1!  De eerste fietsen hadden houten wielen, een plank – en die plank is bij de moderne fiets eigenlijk het frame – een zadel om op te zitten.” Een loopfiets dus. Daarna kwamen die fietsen met een groot voorwiel en trappers aan dat voorwiel. Als je de rest wilt lezen? Dat kan hier >

DSC_0181 (3)

Wat heb  je nodig?
Tegenwoordig heb je veel verschillende soorten fietsen. Ik noem er een paar: de racefiets, tijdritfiets, crossfiets, baanfiets, trialbike, mountainbike, ligfiets, toerfiets, tandem, vouwfiets. Maar deze blog gaat puur over de normale fiets. Jouw oma fiets, jouw tweedehands stationsfietsje, jouw stadsfiets, zoals dat zo mooi heet. Vrijwel iedereen heeft wel een fiets, dus dat maakt deze activiteit extra makkelijk. Zorg verder voor goede schoenen – met stevige zool – en een fijne zadel. Want haat aan zadelpijn. Neem drinken en eten mee als je lange tochten maakt. En een bandenplakset en fietspomp zijn echt geen luxeproducten.

Waar doe je het?
Ik heb het nu dus puur over ‘fietsen’. Dus niet racefietsen of mountainbiken, maak op jouw normale fiets. Die andere twee wil ik nog graag een keer testen… Maar nu jouw stadsfiets. En daarmee ga je niet over grindpaden rijden – of je moet jouw bandenplakskills graag willen laten zien – en zandpaden zijn ook niet altijd even fijn. Nee, gewoon over de fietspaden dus. En daar zijn er honderden van. Duizenden kilometers in ons landje. Heb je weleens die bordjes gezien met daarop de omgeving met kilometers aangegeven tussen herkenbare punten? Bijvoorbeeld: kinderboerderij – 2,4 kilomter – kasteel. Dat. Of van die groene bordjes met een cijfer er op? Nee? Toch maar eens op letten. Dit zijn routes uitgezet door de ANWB door heen Nederland. In Arnhem hebben we een keer zo’n route gevolgd, we gingen van de dijk – wind tegen, help! – naar een iets hoger gelegen stukje – puf klimmen – en terug door het bos – kronkelpaadjes. Uitdagend toch? Keuze zat! Je kunt van tevoren bedenken hoelang je wilt fietsen of hoe ver en je daar op richten. Zo heb je een doel en dat maakt het fietsen een stuk spannender.

DSC_0140

Hoe doe je het?
Met een beetje geluk heb je op zeer jonge leeftijd al leren fietsen en gaat het nu op de automatische piloot. Nu maken we er een intensieve bewegingsactiviteit van. Dat kan op twee manieren. 1. Lange routes fietsen. 2. Interval training. Oftewel: je gaat voor lange routes of je gaat voor korte sprintjes door wisselend gebied. Fietsen tot je zweet, tot je moeite hebt met praten tijdens het fietsen – wel blijven ademhalen! Voorheen vertrok ik op het laatste moment naar het station, dus scheuren, elke dag weer! En dan met rood hoofd en zwaar ademend die volle trein in stappen. Neuh, geen pretje (voor de andere passagiers dan). Maar mijn conditie werd wel steeds beter en ik was steeds iets eerder bij de trein (dus tijd genoeg om af te koelen). Op het eind kwam ik alleen bezweet aan als ik met wind tegen en in de regen dezelfde tijd probeerde te halen.

Lange routes fietsen, daar bedoel ik minstens 30 kilometer mee. Ik wil de komende tijd weer wat langere routes rijden, zodat ik over een paar weken de Posbank kan rijden. Dit is een route vlakbij Arnhem – en werd mij door iedereen aangeraden in deze regio – van 51 (!) kilometer met hoogteverschillen. Pff, als mijn tweedehandsfietsje dit maar overleefd.

Pluspunten?
Je hebt de spullen al, dus het scheelt in kosten. Je pakt de fiets binnen een paar seconden uit jouw schuur en bent op weg – Nederland is zeer fietsvriendelijk, dus dit moet geen probleem zijn. Makkelijker kan het haast niet worden! Elke regio heeft zo zijn mooie routes. En door een stad fietsen is ook best uitdagend. Probeer maar eens niet te verdwalen. Je komt om mooie plekken die je anders nooit ziet. Grote stukken bos midden in de stad? Huh? En de doelen die je stelt zijn tenminste ook echt haalbaar. Kilometer erbij, snelheid iets omhoog. Easy.

image3image

Minpunten?
Zadelpijn. Gevoelige kuiten. Mooi weer graag.

Conclusie
Ik ben dol op mijn fietsje. Ik vind het leuk om telkens sneller te gaan fietsen, langere stukken te rijden, nieuwe wegen te ontdekken, net iets sneller die heuvel op. Ik ben een fietsnerd. Ondanks dat ik een simpel, gammel fietsje heb. In de regen vind ik het ook prima te fietsen, mits je naar huis gaat en het wegdek niet glad is en je nog wat ziet! Daarnaast is het makkelijk jezelf uit te dagen, maar toch het gevoel te hebben goed bezig te zijn geweest. Het is makkelijk in te plannen – als je al niet elke dag naar school fietst, want dan is de tip: daag jezelf uit. Met een groep is dat natuurlijk moeilijk, rijd je alleen? Ga dan eens wat sneller terug naar huis, sprinten! Wel oppassen voor auto’s hè? En must say: strakke billen en gespierde benen.

Cijfer
8/10

About the author

Marleen

View all posts