(Photo by Christie Goodwin/Redferns via Getty Images)

Rufus Wainwright – Popsongs in een klassiek jasje [recensie concert]

In de grote zaal van Tivoli is iets bijzonders aan de gang. Midden in de zaal op het podium staat boom in bloei. Daaromheen diverse microfoons, standaards en een schitterende vleugel.

Jaarlijkse traditie Amsterdam Sinfonietta

Vanavond is het tijd voor de jaarlijkse traditie van het strijkorkest Amsterdam Sinfonietta. Een unieke reeks aan nieuwjaarsconcerten waar 2 stromingen elkaar vinden. Dit jaar is het de beurt aan de Canadees/Amerikaanse singer-songwriter Rufus Wainwright, een groot liefhebber van klassieke muziek.

Zware opera

Na het instrumentale Prelude Akte 1 uit La Traviata va Verdi, komt Rufus het podium op voor ‘All I Want’ van Joni Mitchell. Een gewaagde opening, maar hij komt ermee weg. De show wordt live uitgezonden op Radio 4 en Rufus voelt daardoor extra spanning om te presteren. Hij maakt het zich dan ook niet makkelijk als hij verder gaat met Franstalige operasongs ‘ L’Ile Inconnue’ en ‘Tristes Apprêts’. Dit klinkt dat ook erg zwaar. Bij zijn eigen song ‘Gay Messiah’ komt er eindelijk wat rust en merk je dat zijn stem echt bijzondere krachten heeft.

Rufus weet zich staande te houden in verschillende genres. En ook al kost de één hem meer moeite dan de andere, hij durft het wel aan. Ook zijn eigen songs krijgen een extra laag. Het bijzondere nummer ‘Arachne’, dat hij ooit schreef voor Nana Mouskouri over een zwarte spin, is zeer geschikt voor de combinatie met het strijkorkest. Door de bijzondere klanken van de violisten, is het bijna alsof je de spin letterlijk ziet – soms zelfs voelt – kruipen.

Muzikale familie van Rufus Wainwright

Met een muzikale familie – vader, moeder en zus zijn allemaal bekende muzikanten – is het haast niet vreemd dat ook Rufus in de muziek stapte. Hij is dan ook een geschoolde zanger. Hoewel zijn nasale, maar warme stemgeluid je wel moet liggen. En overduidelijk een geboren performer. Rufus weet hoe muziek werkt en hoe hij mensen moet raken. Met de cover van Leonard Cohens ‘Hallelujah’ bijvoorbeeld. Wijlen Leonard is de opa van Rufus dochter. Leonard Cohens dochter Lorca was de draagmoeder voor het kindje van Wainwright en zijn man Jorn. Nog meer muzikaliteit in de familie.

Hoe dichter Rufus bij huis blijft, hoe beter het klinkt. De klassieke songs zijn pittig en Rufus richt zich puur op het zuiver zingen. Terwijl bij zijn eigen songs meer vertrouwen klinkt en de remmen los gaan. Zijn liedjes krijgen zoveel meer met de klassieke omlijsting. Meer gevoel en meer body. Rufus speelt echt vanuit zijn hart. Hij zingt songs die echt over zijn gevoel en leven gaan. Over zijn familie, over zijn man, over gebeurtenissen in de wereld. En dat maakt hem een echte singer-songwriter, iemand met liefde voor zang en songs.

Deze recensie is geschreven in opdracht voor festivalinfo.

About the author

Marleen

View all posts