Uit mijn collectie korte verhalen: een verhaal over vriendschap.
De stapel fiches werd steeds hoger en de glimlach op Franks gezicht steeds breder. Ik keek naar mijn lange vriend en schudde mijn hoofd opvallend. “Je kunt beter stoppen Frank”, probeerde ik nog een keer. Frank negeerde mij al zeker een half uur. Hij ging helemaal op in het spel. Hij staarde met grote ogen naar het balletje in het roulette spel. “Alweer zwart!” riep Frank en gooide zijn armen in de lucht, het biertje op de rand van de tafel nam hij bijna mee.
“Super!” riep ik oprecht blij voor mijn vriend. Ik speelde al een uur niet meer. Mijn fiches waren allemaal naar Frank gegaan. Ze zouden maar een uurtje blijven, maar omdat Frank maar bleef winnen, zijn ze blijven plakken. “Nog een ronde en dan gaan we, okay?” vroeg ik aan Frank. Hij keek niet op of om. “Frank?” “Gast, ik ben bezig. Ga wat anders doen!” “Ik kan niets anders doen, jij hebt al mijn fiches! Mijn geld is op!” Frank bleef naar de tafel staren. “Dan moet je niet zeuren.” Mijn gezicht kleurde langzaam rood en ik blies hem scherp toe: “Je hebt nu wel genoeg.” Frank glimlachte en keek mij eindelijk aan: “Ben je soms jaloers?” “Je hebt mijn geld ook!” “Eerlijk gewonnen”, zei hij, nog steeds met die akelige glimlach op zijn gezicht. “Je weet dat ik het geld goed kan gebruiken, dat is de reden dat we überhaupt vanavond zijn gekomen”, zei ik, weer iets rustiger. Hopend dat ik de oude Frank hiermee bereikte. “En jij weet dat als we gaan gokken, je kunt winnen en verliezen. Als je meer geld had willen krijgen, had je het opzij moeten zetten of gaan beleggen. Niet gaan gokken.”
Ergens wist ik natuurlijk dat Frank gelijk had, maar ik herkende mijn vriend niet meer. Frank was iemand die altijd eerst aan de ander dacht, dan pas aan zichzelf. Toen ik gisteravond vertelde over mijn verkeerde investering, was Frank er meteen met een biertje en een oplossing. “We gaan het geld terugverdienen! Neem morgen al het geld mee dat je nog hebt.” Ik moest hardop lachen. “Ik heb nog maar 100 euro!” Frank moest ook lachen: “Okay, ik leen je 200 euro, dat heb je zo weer terugverdiend.” Het leek zo’n goed idee, maar nu Frank daar stond, hangend over de tafel, wist ik dat het de domste beslissing ooit was. Ik dacht dat de investering mijn grootste fout was, maar dit was misschien nog erger. Ik was platzak. En Frank werd alleen maar rijker. Hij had zeker 5000 euro aan fiches liggen.
“Ik ga Frank, je bekijkt het maar”, zei ik resoluut en sloeg mijn biertje in één slok achterover. Frank won weer een stapel fiches en juichte hardop. Hij keek niet toen ik wegliep naar de garderobe, het kon hem overduidelijk niets schelen. Mijn jas gleed over mijn schouders en ik keek nog eenmaal terug naar de tafel. Tot mijn verbazing was Frank verdwenen. Was hij dan toch gestopt? Achter mij klonk gehijg. “Dirk, niet zo snel!” Ik draaide mij beheerst om en keek hem emotieloos aan. Frank was mijn vriend niet meer. “Hier!” Hij duwde een mandje vol fiches in mijn handen. “En nu inwisselen en weer een normale baan zoeken. En vergeet die 200 euro niet terug te geven!”