NS trein op station
Photo by @fertroulik via Unsplash

Maandagochtend

Marleen rent de trap op en springt net op tijd de trein in. Op zoek naar de ‘eenzitter’. Die ene stoel in dit blauwgele gevaarte waar je alle vrijheid hebt. Geen buren. Niet naast je en niet voor je. Niemand die tegen je stoel aanschopt. Deze eenzame stoel geeft je de rust die in de spits zo zeldzaam is.

Marleen loopt de treincoupé in, maar de eenzitter is al bezet. Ze had het kunnen weten. Nooit is ze te laat, maar vandaag zat het niet mee. Ze was de sleutel kwijt, haar band moest nog opgepompt worden en het regende. En dat allemaal op de maandagochtend.

Daar zit hij dan. De man met blonde haren, een klein rond brilletje op zijn spitse neus. Lekker ontspannen in de eenzitter, met een boek in zijn handen. Marleen neemt plaats in een tweezitter waar ze perfect uitzicht heeft op de man. Zo gauw hij deze trein verlaat, slaat ze toe. Hoe lang het ook duurt.

Elke ochtend leest ze eerst het actuele nieuws, om vervolgens te verdrinken in een kort slaapje. Het is vroeg en met slechts een paar uur slaap achter de rug kan ze die rust goed gebruiken. Zo komt ze de bijna twee uur durende treinreis wel door. Maar nu is die eenzitter bezet en mist ze haar schoonheidsslaapje.

Bij de volgende stop blijft de man nog zitten. Ze ziet de lange rij wachtenden op het perron en besluit aan het gangpad te gaan zitten. Dan kan ze makkelijker weg als de man opstaat. Er is een grote kans dat er iemand naast haar komt zitten. Ze zucht al bij de gedachte. Buren in de trein op maandagochtend betekent broodjes pindakaas, getetter over dat geweldige feest afgelopen weekend, ellebogen in haar zij, ‘manspreading‘. En dan heeft ze nog geluk: bij de laatste drie stations op haar route, kunnen de reizigers niet meer dan staan. Tegen elkaar aan, bezweet en natgeregend.

Die eenzitter is een stukje hemel op de maandagochtend. Een stukje paradijs in een overvolle trein. En zij wil dat momentje pakken. Ze blijft haar blik houden op de blonde man. Hij kijkt even naar buiten. Dan kijkt hij plots recht in de ogen van Marleen. Ze schrikt en kijkt weg. Als ze weer kijkt, ziet ze dat de man nog steeds zijn blik op haar heeft gericht. Met een gemeen glimlachje knikt hij. Hij pakt weer zijn boek en gaat verder onderuit zitten.

Nu pas herkent ze hem, het is een eenzitterjager, net zoals zij. Haar grootste vijand. Hij stapt op hetzelfde station in en uit als zij. Deze man gaat de trein niet verlaten voordat zij het doet. Ze schuift terug naar de raamplek en sluit haar ogen. Een jongen komt naast haar zitten. Hij opent zijn tas en tovert een plastic boterhamzakje tevoorschijn. De geur komt Marleen al tegemoet. Hij eet luid smakkend zijn broodje pindakaas…

Kort verhaal – 2016

About the author

Marleen

View all posts